Aanhoudend vandalisme in de Goudse Binnenstad
Eigenlijk wilde ik een stukje schrijven over de lopende dossiers binnen de ruimtelijke ordening, woningtypes en innovatieve mobiliteitsvormen bij ruimtelijke projecten. Die houden jullie tegoed. Want net toen de discussie omtrent het gebruiken van beschikbare middelen (zoals camerabeelden) weer wat luwde, besloot men wederom vernielingen aan te richten aan plantenbakken in de binnenstad, deze keer op de Lange en/of Korte Tiendeweg.
De vorige keer (bij de vernielingen op de Kleiweg in maart) hebben wij vragen gesteld aan de portefeuillehouder omtrent het aanwenden van de mogelijkheden voor cameratoezicht. Destijds leidde de antwoorden één richting op. We hebben camera’s we kunnen die beelden terugzien, maar openbaar maken is voor het college (nog) niet echt een optie. Daarop hebben wij besloten om in gesprek te gaan met de burgemeester. De consensus hierin werd bereikt in het feit dat het even tijd nodig had, maar dat het de volle aandacht had en heeft. Wij hebben als fractie gemeend dat wij de portefeuillehouder deze tijd moesten gunnen. Het gaat uiteindelijk om een duurzame oplossing.
Op 26 mei verscheen een memo van het college van burgemeester en wethouders. Onderwerp: cameratoezicht. In de hoop dat hierin oplossingen aangedragen werden hebben we deze memo opgepakt. Maar helaas. De camerabeelden kunnen worden bekeken en onderzocht worden door de politie, maar als dit niet tot herkenning van daders leidt, dan houdt het wel op. We moeten voorzichtig zijn met iedereen aan de schandpaal nagelen, maar moeten we dit dan maar laten gebeuren? Wat ons betreft niet. Voer opsporing gelaagd door. Bekijk de beelden, laat de politie het onderzoeken, en deel desnoods de beelden eerst ‘’geblurred’’ met een oproep om zich binnen een x-termijn te melden. Doet men dit niet, maken we de beelden openbaar. Die laatste stap wil het college dus niet zetten. Ook vindt het college dat delicten waarbij er direct slachtofferschap is met bijvoorbeeld letsel, voorrang moet hebben op een vernieling (van plantenbakken). Dat is natuurlijk logisch, maar dit mag toch niet betekenen dat vernielingen helemaal niet in aanmerking komen voor dergelijke middelen? Daar wilden we natuurlijk alles van weten. Daarom stelde we wederom artikel 38 vragen:
1. Vervolgstap: In de aanleiding worden de reeds doorlopen stappen met betrekking tot de vernielingen aan de Kleiweg benoemd. Hierin staat volgens ons een juiste weergave van de te doorlopen stappen. Echter, waarom is er voor gekozen om niet (via de Officier van Justitie) de laatste stap te nemen, namelijk het openbaar maken van herkenbare beelden?
2. Subsidiariteitsprincipe: bent u het met de VVD-fractie eens dat, wanneer een gelaagde inzet van de beelden plaatsvindt, zoals in de aanleiding van de memo beschreven, en dit niet leidt tot aanhoudingen van de plegers, het in lijn is met het subsidiariteitsprincipe om beelden openbaar te maken?
3. Proportionaliteitsprincipe: bent u het met de VVD-fractie eens dat, wanneer er (meermaals) vernielingen (misdrijf) worden gepleegd aan eigendommen van eenieder die zich juist inzet voor een fraaie binnenstad, hier een grens gesteld dient te worden, en er aangedrongen dient te worden dat deze beelden openbaar gemaakt worden?
4. Duidelijke camerabeelden: ‘’Ondanks dat er duidelijke camerabeelden beschikbaar waren van de vernielingen, zijn de daders hiervan nog niet gevonden.’’ Bent u, net als de VVD-fractie, van mening dat het openbaar maken van de duidelijke camerabeelden de pakkans aanzienlijk vergroot?
5. Prioritering misdrijven: ‘’Feiten waarbij er direct slachtofferschap is met bijvoorbeeld letsel, krijgen voorrang op een vernieling van plantenbakken.’’ Uiteraard kunnen wij vorenstaande volledig volgen, hetgeen gesteld is terecht. Zien we echter bij het zeer strikt volgen van deze lijn niet een kans dat zaken zonder direct slachtoffer op deze manier stelselmatig niet in aanmerking komen voor cameratoezicht?
De antwoorden volgen nog. Maar er kwam wederom een vervolg. Op 12 juni jl. zijn er weer vernielingen gepleegd. De reeds geleverde inspanningen sorteren kennelijk geen effect. Het te beperkt doortastend handelen heeft ervoor gezorgd dat herhaling kan plaatsvinden. Derhalve hebben wij voor de derde maal binnen het onderwerp cameratoezicht vervolgvragen gesteld:
1. Is het juist dat er in de nacht van vrijdag op zaterdagnacht (12 op 13 juni) vernielingen zijn gepleegd aan plantenbakken op de Lange- en/of Korte Tiendeweg?
2. Zijn de vernielingen als aangericht op vrijdag 12 juni jl. vastgelegd middels cameratoezicht?
3. Zo ja, heeft vorenstaand cameratoezicht al vervolgacties opgeleverd? Zo nee, hoe kan het dat dit wangedrag niet is vastgelegd?
4. Op 10 maart jl. heeft de fractie van de VVD Gouda vragen ingediend omtrent een soortgelijk incident aan de Kleiweg. Leiden deze nieuwe vernielingen tot een gewijzigd standpunt van het college.
5. Indien vorenstaande vraag negatief beantwoord wordt: hoe wil de gemeente aan haar ondernemers en inwoners uitleggen dat de gemeente zich niet volledig wil inzetten om de daders op te sporen en dit probleem aan te pakken?
6. Deelt u het beeld van de VVD-fractie dat dergelijk gedrag in de binnenstad niet getolereerd dient te worden en dat er nu echt een stevig signaal afgegeven dient te worden aan de daders?
7. Is het college het met de VVD-fractie eens dat we nu eens door moeten pakken en alles op alles moeten zetten om de daders van dit wangedrag aan te pakken, ook wanneer het openbaar maken van camerabeelden hierbij noodzakelijk blijkt?
8. Deelt u het beeld van de VVD-fractie dat wanneer er nu geen signaal afgegeven wordt aan de daders, men in de toekomst denkt hiermee weg te komen?
9. Welke acties onderneemt het college om dergelijk wangedrag nu echt in de toekomst te voorkomen, daar eerdere maatregelen kennelijk niet toereikend zijn geweest?
Wanneer de beschikbare camerabeelden en daarbij behorende middelen (zoals het openbaar maken van de beelden) worden aangewend is de kans groter dat de daders gestraft kunnen worden en de schade verhaald kan worden. Maar daarnaast zal het opsporen en vervolgen van de daders ook een signaalfunctie hebben. Zo komen repressie (het straffen van de daders en verhalen van de schade) en preventie (de afschrikkende werking voor anderen waarmee dergelijke misdrijven in de toekomst wellicht voorkomen kunnen worden) samen.
Maar wat zijn dan de benodigde acties? Wat moet er volgens ons gebeuren? De maat is vol. Alleen daadkrachtig en robuust optreden gaan dit stoppen. De vernielingen hebben meer dan eens plaatsgevonden. Zorg dat de beelden openbaar gemaakt kunnen worden wanneer dit de opsporing van verdachten bevordert, zorg voor meer gemeentelijke handhaving (zowel voor hun meldkamer als op straat), verbeter de vakbekwaamheidsaspecten van handhaving (kijk dus niet alleen naar de opleiding, maar ook naar trainen en oefenen) en straf de daders voor vernielingen, het is immers een misdrijf. We blijven dit onderwerp zeer nauwlettend volgen, want iedereen moet zich veilig thuis kunnen voelen in Gouda.