Gouda Goochelt met cijfers

Wat een ongelofelijke drogredeneringen in de gemeenteraad afgelopen week. Consistente logica is bij het college B&W en de daarin vertegenwoordigde coalitiepartijen ver te zoeken.

Wat is er aan de hand? Vorige maand is in de raad de begroting voor 2025 besproken. De coalitiepartijen (D66, GroenLinks, CU, PvdA en CDA) hebben een gezamenlijk wijzigingsvoorstel op de begroting ingediend en deze is, met steun van die partijen, aangenomen. In het wijzigingsvoorstel is o.a. budget voor burgerparticipatie en voor het werken aan een circulaire economie flink gekort. Ook het budget voor toegankelijkheid, bijvoorbeeld voor mensen met een handicap, van openbare gebouwen en de openbare ruimte is voor meer dan de helft geschrapt. De tering is naar de nering gezet. Er was geen geld voor. Zeker voor de boekjaren 2025 en 2026 is er weinig ruimte voor extra beleid.

Nog geen maand later stond er een technisch stuk op de agenda. Iets met rente over lopende bouwprojecten. Er was breed steun voor deze nieuwe manier om met de rente om te gaan. Het voordeel is dat het administratief makkelijker is voor het ambtelijke apparaat. Het is een voordeel, maar zeker niet zo maatschappelijk relevant als toegankelijkheid van de openbare ruimte en burgerparticipatie.

Deze nieuwe manier van werken kost an sich geen extra geld. Maar het moment waarop deze kosten in de boeken komen, is wel anders. Juist in de boekjaren 2025 en 2026 worden de kosten hoger. Precies in de jaren waarin er het minste geld beschikbaar is.

Wij hebben voorgesteld om deze nieuwe rente-berekening dan maar met twee jaar uit te stellen. Er is immers geen geld, dus waarom dan wel de kosten op laten lopen voor iets wat zinnig is, maar zeker niet onmisbaar en ook niet urgent.

Tot onze grote verbazing was de reactie van het college echter: “er is geen noodzaak om dit uit te stellen, want er is nu geld beschikbaar”. Geld dat er vorige maand nog niet was. Helaas was er geen meerderheid om de ingangsdatum toch uit te stellen en wordt het geld, dat kennelijk stiekem toch beschikbaar was, uitgegeven om de administratie te ontlasten. Het geld is nu dus niet beschikbaar voor maatschappelijk relevante onderwerpen.

Dit college vindt dus de eigen administratieve organisatie belangrijker dan onderwerpen zoals circulaire economie, burgerparticipatie en toegankelijkheid van de openbare ruimte. Het zal duidelijk zijn dat we het daar niet mee eens zijn. Maar los daarvan, is het misschien nog wel pijnlijker dat dit college geen enkele schroom heeft om de argumenten bij het ene besluit zonder blikken of blozen uit te wisselen voor precies de tegengestelde argumenten bij een ander besluit.